VER_haal Magazine

Welcome to interactive presentation, created with Publuu. Enjoy the reading!

MAGAZINE

Over jeugdparticipatie en de

inzet van ervaringsdeskundigen

VOORWOORD-

Eva Saeboe

• ZIJ/HAAR

• Aanjager jongerenparticipatie bij Innovatienetwerk Jeugd Hart van Brabant

• Bevlogen pedagoog

- Eva

DIT MAGAZINE GEEFT MOED EN INSPIRATIE AAN IEDEREEN DIE ZICH INZET VOOR JONGERENPARTICIPATIE

EN ERVARINGSKENNIS EN -DESKUNDIGHEID

Verhalen vertellen waar we vandaan komen, en waar we naartoe gaan. Ze weerspiegelen het individu en

het collectief, ze geven moed, inspiratie en kracht, en verbinden ons in een richting voor de toekomst.

Als aanjager jongerenparticipatie in de regio Hart van Brabant creëer ik samen met de jeugd mogelijkheden

tot meer inspraak, invloed en initiatief in het jeugd(hulp)beleid. Altijd uitgaand van hun leefwereld en vanuit

een grondhouding van gelijkwaardigheid. Wanneer we namelijk beter leren luisteren naar de ervaringen,

komen we erachter of we handelen in het belang van jonge mensen. Regio Hart van Brabant lijkt hierin uniek:

ik ken geen collega die net als ik in dienst is. De afgelopen vijf jaar hebben we in de regio veel bereikt qua

bewustwording, desondanks vraagt gedragsverandering om een lange adem.

Lokaal en regionaal zie je dat ervaringskennis en jongerenparticipatie beter op het netvlies staan.

De afgelopen jaren is er door organisaties zoals het NJi en de NJR steeds meer kennis beschikbaar gekomen

over dit onderwerp. En dit is mooi. Mijn wens is dat er vanuit het ministerie structurele aandacht komt om

ervaringskennis en jongerenparticipatie te borgen. Ik hoop dat ze landelijk erkennen: ‘Dit heeft waarde.

Jongeren vormen een deel van de oplossing en het meest passend is de oplossing die ze zelf bedenken.’

Het is zonde wanneer ieder alleen het wiel moet uitvinden.

Feit is dat we soms nog zoekende zijn, ik wel in ieder geval. Dan reik ik uit naar gelijkgestemden en merk dat

ik uit deze ontmoetingen kracht haal. Dit magazine vormt voor mij, en ik hoop voor iedereen die dit onderwerp

een warm hart toedraagt, ook een krachtbron. Het maakt zichtbaar wat ervaringskennis/deskundigheid

en jeugdparticipatie kunnen betekenen. Het laat bovenal zien: wij staan niet alleen. In feite wordt hiermee

ervaringskennis over dit thema doorgegeven. Ik hoop van harte dat we een steeds grotere beweging gaan

vormen, zodat onze jeugd de stem krijgt, waar zij recht op heeft.

INHOUDS-

opgave

Voorwoord

Eva Saeboe

4

Nog één keertje dan

de begrippen

6

Blog

Daantje Daniëls

8

Ervaringsdeskundige

Hannah Hollestelle

10

Esther Vreeburg

Child Friendly Cities Nederland

12

Ervaringsdeskundige

Nienke Blanc

14

Onderzoeker Carolijn werkt samen

met ervaringsdeskundige Kaylee

16

Ervaringsdeskundige

Carlijn Mol

18

NJi-bestuurder ontmoet

bestuurder in spé - Rutger en Jasper

22

Bram Grandiek hoopt dat met zijn

mening en ervaring ‘De situatie voor

alle kinderen beter wordt’

24

Ervaringsdeskundige

Noah van der Zande

26

Laat je inspireren

Lees, kijk en luister verder

28

Organisaties en initiatieven

30

Colofon

REFLECTIE JONGERENREDACTIE

Wij willen graag uitvergroten wat Eva zegt:

CREËER SAMEN MET DE JEUGD MOGELIJKHEDEN

TOT MEER INSPRAAK, INVLOED EN INITIATIEF

IN HET JEUGD(HULP)BELEID. GA HIERBIJ ALTIJD

UIT VAN HUN LEEFWERELD EN ZORG VOOR EEN

GRONDHOUDING VAN GELIJKWAARDIGHEID.

Dit is zo belangrijk voor jongeren (die willen

participeren). En verder: mooi hoe Eva’s

voorwoord iedereen uitnodigt om verder te lezen.

Het geeft een energiek voorproefje van wat je

kunt verwachten in dit magazine. Ga door, laat je

informeren, verrassen, inspireren en verwarmen!

MEER LEZEN? ZIE WAT IS ERVARINGSKENNIS? | NEDERLANDS JEUGDINSTITUUT (NJI.NL)

• ERVARINGEN

Alle kinderen en jongeren maken dingen mee in hun leven en doen ervaringen op.

• ERVARINGSKENNIS

Als je reflecteert op je ervaringen, levert dit waardevolle kennis op. Deze persoonlijke ervaringskennis

kun je verbinden aan de ervaringskennis van anderen die iets soortgelijks meemaakten én aan andere

bronnen. Dit maakt collectieve ervaringskennis. Ervaringskennis is een belangrijke kennisbron naast

wetenschappelijke kennis en praktijkkennis.

• ERVARINGSDESKUNDIGHEID

Ervaringsdeskundigen hebben vaardigheden opgedaan om hun ervaringskennis en die van anderen door

te geven en op een functionele manier in te zetten.

• JEUGDPARTICIPATIE

Jeugdparticipatie is het actief meepraten, meedoen en meebeslissen van kinderen en jongeren over

zaken die hen aangaan.

NOG ÉÉN KEERTJE DAN-

de begrippen

BLOG-

Daantje Daniëls

• ZIJ/HAAR • 53 jaar

• Oud-manager IrisZorg

• Manager Zorginhoud bij Jan Arends

• Voorzitter Vereniging van Ervaringsdeskundigen

ERVARINGSDESKUNDIGEN ZIJN KIEN

OP JONGERENPARTICIPATIE

Dat ervaringsdeskundigheid een vak is, mag van mij

veel meer gaan dagen. Dit is nodig om onze inzet

duurzaam te maken, maar hierover later meer. Veel

jongeren in de opvang zijn op zoek naar een mentor.

Vaak zijn ze jarenlang door de mangel gehaald in de

jeugdzorg en zie je dat ze volwassenen, instituten en

scholen wantrouwen. Ervaringsdeskundigen kunnen

helpen om dit wantrouwen te doorbreken. Ricardo, een

van de ervaringsdeskundigen van IrisZorg, wordt door

jongeren op handen gedragen. Hij heeft zoveel mee-

gemaakt, die is niet snel bang te krijgen. Niet alleen

weet hij hun wantrouwen weg te nemen, maar ook is

hij voor hen een voorbeeld: hij laat zien dat er je eruit

kunt komen. En dit is zo belangrijk voor deze jongeren.

Het mooie is dat ervaringsdeskundigen vaak erg kien

zijn op participatie van jongeren: zij moedigen hen aan

zich op een goede manier uit te spreken over zaken die

henzelf, hun groep of voorzieningen aangaan.

ERVARINGSDESKUNDIGEN ZIJN PUUR GERICHT OP

DE MENS EN DE MENSELIJKE MAAT

Als ik terugkijk op mijn eigen jeugd en

verslavingsverleden, weet ik dat een ervarings-

deskundige echt een verschil had kunnen maken.

Ik had behoefte aan iemand die precies wist waar ik

doorheen ging en tegen mij zei: ‘Denk zelf na welke

kant je op wilt.’ Want destijds lieten mijn hulpverleners,

hoe goed bedoeld ook, op subtiele manieren weten

welke richting zij voor mij het beste vonden. Dit

voelde ik direct aan en maakte mij nog bozer. Als ik

nu naar ervaringsdeskundigen kijk: zij bieden sociale

steun en zelfvertrouwen, en moedigen jongeren aan

om zelf na te denken. En dat is voor mij de kracht

van ervaringsdeskundigheid. Hun perspectief is

puur gericht op de mens en de menselijke maat, die

zij boven regels, een methode of een gemiddelde

stellen. Hiermee houden ervaringsdeskundigen de

(jeugd)zorg wakker en vormen zij een fantastische

aanvulling op de wetenschappelijke en professionele

kennis van bijvoorbeeld de psychiater, psycholoog,

verpleegkundige en jongerenwerker. Ik maak

gelukkig steeds vaker mee dat er sprake is van een

goede samenwerking.

WAT NODIG IS OM ERVARINGSDESKUNDIGHEID

DUURZAAM IN TE ZETTEN

Toch zijn we er nog niet. Er bestaat namelijk nog

veel onduidelijkheid over ervaringsdeskundigheid:

o.a. over niveaus van inzet, scholing en salariëring.

Deze onduidelijkheden verzwakken de positie van

ervaringsdeskundigheid. Er is daarom een andere

houding nodig: één waarin ervaringsdeskundigen

zich meer realiseren dat zij een beroepsgroep zijn en

een beroepsidentiteit hebben, of zij nu betaald werk

doen of op vrijwillige basis. Met de komst van het

Kwaliteitssysteem voor Ervaringsdeskundigen nodigt

de Vereniging van Ervaringsdeskundigen haar leden

uit deze volgende stap te nemen. Zo kunnen we het

beroep van de ervaringsdeskundige professional binnen

zelfregiecentra, herstelacademies, wijkteams, teams voor

ervaringsdeskundigen, zorginstellingen, het sociaal

domein, patiëntorganisaties of belangenbehartiging

professionaliseren en veiligstellen.

WAT DIT VOOR JONGEREN BETEKENT?

Wat dit voor jongeren betekent die hun ervaring willen

inzetten op het gebied van jeugdzorg? Ik geloof niet

dat we hiermee jongeren uitsluiten. Juist door goed te

beschrijven wat ervaringsdeskundigheid is en hier een

duidelijk kwaliteitssysteem voor te hanteren, wordt helder

wat je nodig hebt voor welke functie Jongeren die hun

herstelverhaal delen enmeedenken bij het ontwikkelen

van beleid kunnen prima zonder opleiding hun bijdrage

leveren. Maar als je directe begeleidingscontacten

hebt, vanuit de taken en competenties beschreven

in het beroepscompetentieprofiel, vind ik dat je

een opleiding ervaringsdeskundigheid nodig hebt.

Dit is geen beperkend, maar juist een beschermend

systeem, ontworpen vanuit onze eigen kern van

ervaringsdeskundigen. Het ademt dat ervarings-

deskundigheid op zich niet het doel is: het gaat altijd om

de cliënt. Is de ervaringsdeskundige jongere er klaar voor,

dan is zijn/haar inzet ongehoord mooi.

REFLECTIE JONGERENREDACTIE

(wanneer) Heb je als jongere ervarings-

deskundige een opleiding nodig? Deze vraag

roept niet alleen discussie op in het land, maar

ook binnen de jongerenredactie.

Aan de ene kant: tof om geïnformeerd te

worden over het kwaliteitssysteem van de

Vereniging van Ervaringsdeskundigen. En

als je in contact staat met cliënten mogen er

eisen aan je worden gesteld. Daarnaast kan

een opleiding helpen om je zekerder te voelen

in je werk als ervaringsdeskundige.

De andere kant is: ervaringsdeskundige

jongeren hebben juist door hun achtergrond

in bijvoorbeeld de jeugdhulp of jeugd ggz

vaak geen of onvoldoende scholing. Als je

een (hbo-)opleiding verplicht stelt, sluit je

veel ervaringsdeskundige jongeren buiten

die een waardevolle bijdrage kunnen leveren.

Daarbij: wanneer je als ervaringsdeskundige

contact hebt met cliënten, doe je dit niet als

hulpverlener maar als ondersteuner.

- Daantje

HEBBEN JULLIE VRAGEN VOOR JULLIE VOORZITTER

HANNAH HOLLESTELLE?, VROEGEN WIJ AAN

EXPEX-JONGEREN NOAH, MYLEN EN PHYLICIA.

HIER HOEFDEN ZE NIET LANG OVER NA TE DENKEN.

DAAR GAAN ZE…

HOE BEN JE OP HET PAD VAN

ERVARINGSDESKUNDIGHEID GEKOMEN?

Hannah: “Als 18-jarige kwam ik bij Youz/Parnassia

terecht voor een klinische groepsbehandeling. Ik had

toen al zo’n 150 jeugdhulpverleners meegemaakt

vanwege mijn complexe problematiek, veroorzaakt

door trauma. Op een gegeven moment zeiden mijn

hulpverleners: ‘Word jij maar lid van de Jongerenraad,

dan kun je daar al je kritische vragen stellen.’

En zo kwam het dat ik een bevlogen bestuurder

ontmoette die mij alles leerde over de ggz. Ik ging zelfs

liever naar hem toe dan naar de les economie vlak voor

mijn eindexamen op de vavo.”

“Rond m’n 20e voelde ik de behoefte om meer te leren

over systemen en maatschappelijke vraagstukken.

Ik schreef me in voor de basistraining ‘Werken met je

eigen ervaring als ExpEx’ en bereikte de ene na andere

mijlpaal. Zo heb ik geen les gemist én kwam ik alle

keren op tijd. Voor het eerst rondde ik bovendien een

opleiding af. Sindsdien heb ik als ervaringsdeskundige

verschillende dingen mogen beleven. Een uit de hand

gelopen hobby was geboren.”

‘MIJN DOEL IS

OM MENSEN

MENSELIJKER

NAAR ELKAAR TE

LATEN KIJKEN’

ERVARINGSDESKUNDIGE-

Hannah Hollestelle

• ZIJ/HAAR • 29 jaar

• Volgt een master Politieke Wetenschappen

• Is actief als voorzitter ExpEx, Experienced Experts

• Expert commissie jeugd van Mind

• Lid ZonMW programmacommissie Onderzoeksprogramma ggz

• Ervaringsprofessional Parnassia Groep

• Ervaringsprofessional bij gemeente Den Haag als lid projectgroep Inkoop

OP WELKE MANIER ZET JE JE EIGEN ERVARING IN?

“Op dit moment ben ik meer actief aan de beleidskant dan aan

de hulpverleningskant. Mijn eigen ervaring is eigenlijk van secun-

dair belang. Ik probeer vanuit verschillende personages te kijken:

hoe zou ik het als client vinden als ik dit hulpverleningstraject

instap, of dit onderzoek ga doen? Wat zou iemand als jij, ik, of

zeg, Fatima die ervaring heeft op dit vlak, hierin nodig hebben?”

WAT HOOP JE TE BEREIKEN MET HET INZETTEN VAN

JE EIGEN ERVARINGEN?

“Mijn doel in al mijn rollen is om de jeugdhulp te verbeteren.

Meer concreet: om mensen menselijker te laten kijken naar elkaar.

En als het even kan, probeer ik het onderwerp thuiszitten te

agenderen. Ik heb zelf namelijk beleefd hoe naar het is om niet

naar school te gaan, terwijl je wel gemotiveerd bent. Je verliest

hiermee het recht om mee te doen in de maatschappij. Mede

hierdoor is toen de gedachte in mij gaan leven dat ik er niet mag

zijn, dat ik te veel ben.”

WAT HEEFT JOUW ROL ALS ERVARINGSDESKUNDIGE

JOU GEBRACHT?

“Feitelijk ben ik in de afgelopen tien jaar een heel ander persoon

geworden. Dankzij mijn rol als ervaringsdeskundige ben ik toege-

groeid naar meer vertrouwen in mensen en maatschappij. Ik voel

mij bevoorrecht dat ik met zoveel mensen, posities en facetten

van jeugdhulp en ggz in aanraking kom. Deze rol heeft me ook

uitgenodigd om dingen die mij angst inboezemden aan te gaan,

zonder dat dit consequenties had. Om een voorbeeld te geven:

tijdens mijn bachelor Politieke Wetenschappen ben ik maar drie

keer naar een hoorcollege geweest. Het zitten in een zaal maakte

me ontzettend angstig. Inmiddels kan ik dit aan. Ik heb mijzelf

deels kunnen helen, terwijl dit niet mijn doel was.”

“Daarom zet ik me in voor onder andere ExpEx. Ik wil iedereen

de kans geven om iets met zijn ervaring te doen en zo een rol in

de maatschappij te hebben. Ik zie hoe goed het mensen doet.

Voor sommigen zal dit naast hun behandeling of opleiding het

enige zijn dat zij (aan)kunnen. Het is laveren tussen wat wel en

niet mogelijk is. Wij willen jongeren niet afschrijven zoals de

maatschappij dit wel doet.”

HOE VERLIEP DE ROUTE VAN VRIJWILLIGER

NAAR PROFESSIONAL?

“Het is nog steeds ingewikkeld om betaald te worden voor wat

ik doe. Vaak zijn er geen potjes voor te vinden. Nu hoef ik er ook

niet rijk van te worden, maar wel wil ik er mijn boterham van

kunnen betalen. Het komt geregeld voor dat ik aan tafel zit met

allerlei partijen om een advies uit te brengen en dat ik de enige

ben die daarvoor niet betaald wordt.”

HOE WERK JE SAMEN MET ANDERE PROFESSIONALS?

“Over het algemeen heel goed. Maar heb je het over

gelijkwaardigheid, dan sta je bij aanvang als ervarings-

deskundige soms met 10-0 achter. Er heerst ook nog altijd het

beeld dat een ervaringsdeskundige komt praten over zijn of haar

verleden, problemen of stoornis maar zo is het niet: deze komt

praten over LEVEN met die achtergrond. Als persoon ben je veel

meer dan je ziekte. Ik probeer altijd te destigmatiseren. Het duurt

gewoon even eer professionals en beleidsmakers zich realiseren

dat mijn ervaringsdeskundigheid mijn werk is.”

- Hannah

REFLECTIE JONGERENREDACTIE

Haar werk als ervaringsdeskundige

heeft haar deels heling gegeven

en heeft haar tot een ander

persoon gemaakt, vertelt Hannah.

Hier worden we even stil van. Wij

herkennen dit enorm, dankzij ons

werk als ervaringsdeskundige

hebben wij bijvoorbeeld veel meer

zelfvertrouwen gekregen.

Heb je het over kinderrechten, dan heb je het over

kinder- en jongerenparticipatie. Dit vraagt om een

andere manier van beleid maken. Eén die kinderen

en jongeren de kans geeft om mee te denken en mee

te praten over zaken die hen aangaan, dus ook over

jeugdzorg, armoede, klimaat, een veilige en groene

wijk. Slaagt een gemeente hierin, dan krijgen kinderen

de kans om zich te ontplooien tot veerkrachtige

volwassenen en heeft de gemeente waardevolle input

voor haar beleid.

Kinderen en jongeren erbij betrekken is belangrijk om

een Child Friendly City te zijn. Esther Vreeburg zet zich

sinds maart 2022 vanuit UNICEF Nederland in om het

netwerk CFC hier op te bouwen.

HET NETWERK CHILD FRIENDLY CITIES

Bij alle activiteiten van CFC vormen kinderrechten

het vertrekpunt. Het netwerk informeert,adviseert

en verbindt gemeenten om met elkaar kinderrechten

handen en voeten te geven in beleid en de lokale

praktijk. CFC Nederland maakt onderdeel uit van

het internationale Child Friendly Cities Initiative van

UNICEF Internationaal, waaraan wereldwijd duizenden

gemeenten zijn verbonden.

WAT GAAT ER GOED BIJ NEDERLANDSE GEMEENTEN?

Nederlandse gemeenten staan over het algemeen

dicht bij kinderen door het gedecentraliseerde beleid.

Zij kunnen hierdoor direct een verschil maken in het

leven van kinderen. En er zijn steeds meer gemeenten

die proberen kinderen en jongeren een stem te geven.

Dat is een heel mooie ontwikkeling. Tegelijkertijd…

WAT KAN ER BETER?

…kan er een en ander beter, laat ook een opiniepeiling

van UNICEF Nederland zien. Veruit de meeste

Nederlandse jongeren zouden graag meepraten over

zaken die zij belangrijk vinden binnen hun gemeente.

Driekwart van hen zegt dat de gemeente nog nooit

naar hun mening heeft gevraagd. Neem je kinderen en

jongeren niet mee, dan mis je de input van een grote

groep belanghebbenden binnen je gemeente. En niet

zomaar input, weet Esther Vreeburg: “Hun input is

waardevol, want kinderen en jongeren beleven een

gemeente op een andere manier dan volwassenen.

Zij staan in een andere fase van het leven en hebben

dus zowel verfrissende ideeën als andere behoeften,

waar we als volwassenen misschien helemaal niet

bij stilstaan.”

MOOIE VOORBEELDEN VAN JEUGDPARTICIPATIE:

Gemeente Eemsdelta:

Door de kinderen het bos zien

Hoe maken we dit stuk bos aantrekkelijk voor

kinderen? Gemeente Eemsdelta stelde deze vraag

samen met de culturele netwerkorganisatie IVAK en

Natuurmonumenten aan een bovenbouwklas van

een basisschool. Tijdens de eerste ontmoetingen

gingen zij met elkaar in gesprek en bezochten

zij samen het bos. De kinderen maakten daarna

enthousiast tekeningen waarin ze hun ideeën

verwerkten: van een doolhof en boomhut tot een

glijbaan en waterspeelplek. Vervolgens werd er in

de klas gestemd over het beste plan. De gemeente

kijkt nu wat haalbaar is en koppelt dit later terug

aan de kinderen.

Esther Vreeburg (netwerk CFC): “Wat opviel,

is dat de kinderen uit zichzelf breed nadenken.

Ze wilden graag dat het stuk bos voor iedereen

bereikbaar zou zijn, ook voor kinderen met een

fysieke beperking. En voor hun ouders wensten

zij een kijk- en kletsbankje. Dit project was een

vorm van betekenisvolle participatie. Eemsdelta

benut consequent de kennis en ervaring van de

jeugd, ook al kost dit tijd en mankracht. Een goede

investering omdat deze input het beleid versterkt.”

Gemeente Utrecht ontwikkelt samen

met jongeren een Nachtvisie

Nog zo’n mooi voorbeeld: De gemeente Utrecht

is samen met jongeren een Nachtvisie aan het

ontwikkelen. Ben je onder de achttien, dan mag je

geen alcohol drinken en kom je tegenwoordig bijna

geen kroegen meer in. Dat schuurt soms. Daarom

de vraag vanuit de gemeente: waar hebben de

18-minners behoefte aan? Op dit moment is de

gemeente Utrecht in gesprek met een groep

jongeren om dit te onderzoeken.

Esther Vreeburg (netwerk CFC): “Ook hier valt

op hoe enthousiast jongeren reageren op deze

gesprekken en de vragen die gesteld worden.

Als geen ander geven zij hun ongezouten mening,

wat in ieder geval veel duidelijkheid geeft. Op dit

moment zitten de gemeente en de jongeren nog

samen in de oriëntatiefase. In het vervolgtraject

blijven de jongeren betrokken.”

- Esther

ALS GEMEENTE EEN VERSCHIL MAKEN IN HET

LEVEN VAN EEN KIND?

TIPS VAN ESTHER VREEBURG:

1) Veel gemeenten hebben inmiddels een kinder-

of jongerenraad, en dit is mooi. Toch ben je er

dan nog niet. Want vormt deze groep een goede

doorsnee van de minderjarigen in de gemeente?

Welke kinderen die het onderwerp aangaat, zijn

NIET vertegenwoordigd? Praat je bijvoorbeeld

over armoede: breng eens een bezoek aan een

schoolklas in een achterstandswijk. En vaak heb-

ben de jongeren in de raad zelf ook goede ideeën

over hoe ze deze jongeren kunnen bereiken.

2) Zorg dat jongerenparticipatie betekenisvol is:

• dat jongeren de juiste informatie hebben als

ze mogen meedenken en meepraten

• dat jongeren en/of beleidsmakers

ondersteuning krijgen bij het voeren

van gesprekken

• dat er met aandacht naar hen geluisterd wordt

• dat je terugkoppelt wat je met hun mening

hebt gedaan

3) Ga het gewoon doen als gemeente. Ja, het

vraagt om een medewerker die zich hiermee

inlaat. Ja, het kost tijd. Maar het is het meer dan

waard om hun mening mee te nemen als je

beleid ontwikkelt. Zonde als je deze kans laat

liggen. Er zijn organisaties die je hierbij kunnen

ondersteunen, zoals het NJi. En informeer eens bij

andere gemeenten of Child Friendly Cities,

zodat je het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden.

ESTHER VREEBURG VAN CHILD FRIENDLY CITIES NEDERLAND:

‘DE INPUT VAN JEUGD IS HEEL WAARDEVOL VOOR BELEIDSONTWIKKELING’

REFLECTIE JONGERENREDACTIE

Een heel tof stuk. Wat goed dat er Child Friendly Cities bestaan, al vinden wij Kindvriendelijke steden nog

beter klinken :). En wat goed om te lezen dat gemeente Eemsdelta en gemeente Utrecht de jeugd van A tot

Z betrekt. Wij merken dat ‘t bij veel gemeenten bij een streven naar blijft. Je mag soms al wel meepraten,

maar vervolgens belanden alle ideeën van en voor jongeren onder in de papierbak. Geregeld ontvangen we

geen enkele terugkoppeling, terwijl die juist voor ons zo belangrijk is. Beter te horen dat ze niets met jouw

input doen dan helemaal niets te horen. Dan weet je dit in ieder geval. Tot slot: welke gemeenten volgen het

voorbeeld van Eemsdelta en Utrecht? Wie biedt?

10

11

Wat hebben beleidsmakers, jeugdprofessionals of studenten aan mijn

mening?, vroeg ervaringsdeskundige Nienke Blanc zich in haar begintijd

bij NJR Hoofdzaken af. Maar inmiddels weet ze beter: “Zaken die voor mij

vanzelfsprekend zijn, kunnen een ander een eureka-moment geven.” En daarbij

geeft dit werk haar zelf ook veel: “Ik heb er meer zelfvertrouwen en zelfkennis

door gekregen.”

Nienke kent de Jeugd-GGZ van binnen en van buiten. In een notendop: tussen

haar 14e en 21e heeft zij non-stop een vorm van (klinische) hulpverlening

ontvangen. De etiketten waren talrijk: van hoogbegaafd en hoog sensitief tot

chronisch depressief en suïcidaal. Van iemand met een eetstoornis tot iemand

die aan zelfbeschadiging deed. In de kern voelde ze zich erg eenzaam. Wie zij

nu echt was en wat zij wilde? Geen idee. Tijdens de laatste (dag)behandeling,

waar men bleef zoeken naar oorzaken en meer diagnoses, wist ze: dit is op

dit moment een doodlopende weg. Nienke: “Soms kun je gewoonweg niet

bij de antwoorden. En iets in mij kriebelde. Ik nam de grote en allesbehalve

vanzelfsprekende stap om terug te gaan naar school, ondanks de negatieve

adviezen van mijn behandelaren. De wens om me nuttig te willen voelen, maakte

dat ik doorzette.”

Ze besloot zichzelf te gaan hacken: wie is Nienke en

hoe zit zij in elkaar? “Ik wilde niet meer focussen op

diagnostiek en van daaruit een plan van aanpak. Ik

wilde in de praktijk ervaren wat voor mij wel en niet

werkte en dát aanpakken.” Ze is het aangegaan, kwam

zichzelf tegen, begroette haar (on)mogelijkheden met

nieuwsgierigheid, maakte allerlei eerste keren mee,

zoals vliegen naar Georgië met wildvreemde mensen,

ging zelfs een half jaar op stage naar Berlijn, ontmoette

mooie mensen en stond geregeld ‘doods’angsten uit.

Maar haar levenslust bleek sterker te zijn: “Ik merkte

dat ik kan doen waar ik zin in heb. En al vind ik het

niets: dan heb ik het wel gedaan.”

Van het mbo ging Nienke naar haar huidige hbo-

opleiding Creative Writing in Arnhem. Hier voelt ze zich

als een vis in het water en werkt ze aan een nieuwe

hack: haar uitstelgedrag. Ze woont op zichzelf en

heeft prettige mensen om zich heen. “Ik weet wie ik

ben en voel dat m’n basis goed zit. Ik ben een open

boek geworden. Waar ik vroeger in gezelschap of bij

innerlijke pijn mijn mond stijf dichthield, praat ik nu. Bij

de eerste signalen van mogelijke somberheid neem ik

even gas terug en bel ik mijn moeder of beste vriendin

om te delen wat er speelt.”

WAARDEVOLLE ONTMOETING MET

GENEESKUNDESTUDENTEN

Voor de NJR heeft ze de afgelopen drie jaar al “een

hoop mooie dingen mogen doen”. Ze leerde er hoe ze

van haar ervaringen in de jeugd-ggz constructieve

feedback kon maken. Laatst mocht zij tijdens een

dag over suïcidaliteit voor geneeskundestudenten

haar 16-jarige zelf spelen: er kwam een opstandig

16-jarig meisje bij de dokter: aan hem/haar de

taak om te bepalen of zij een gevaar was voor

zichzelf. De studenten kregen begeleiding van een

psycholoog, die waar nodig wél raad wist met Nienkes

standaardantwoord: “Ik weet het niet, ik heb nergens

last van. Ik zit hier omdat het moet van mijn moeder.”

Nienke: “Deze dag was waardevol voor de studenten,

omdat ze nog weinig kennis hadden van dit onderwerp.

Ze leerden dat deze problematiek een heel andere

benadering vraagt. Iemand die een zeer been heeft,

wijst dit graag aan, maar bij iemand zoals ik is dit niet

het geval. Het heeft ook geen zin om gelijk te vragen:

‘Ben jij suïcidaal?’ Een gesprek over dit onderwerp heeft

tijd nodig. ‘Wat had jij toen willen horen?’, vroegen ze

me na afloop. ‘Dat iemand de moeite had genomen om

door te vragen en werkelijk te luisteren’, antwoordde ik.”

“Deze dag was ook waardevol voor mijzelf, omdat ik

ging terugkijken op die slechte jaren. Het maakte me

trots om te zien waar ik nu sta. Uit iets zwaars kan

ook iets moois voortkomen, zoals mijn werk voor de

NJR. Hierdoor gaan er misschien dingen ten goede

veranderen.” Over nut gesproken.

ERVARINGSDESKUNDIGE-

Nienke Blanc

• ZIJ/HAAR • 24 jaar

HAAR SLEUTEL

TOT HERSTEL?

‘IK BESLOOT

MEZELF TE

GAAN HACKEN’

TIPS VAN NIENKE

1) Plaats jongeren niet buiten de

maatschappij bij lichte of zelfs zwaardere

problematiek. Laat hen iets doen, of het nu

voor 1 uur per week is of voor 40 uur, net

wat goed voelt voor de jongere. Iets waar

ze enthousiast van worden of een beetje

energie van krijgen. Iets voor een

ander misschien.

2) Kijk niet waarom iemand niet

functioneert, maar kijk wat iemand nodig

heeft om wel te kunnen functioneren.

3) Wanneer je een ervaringsdeskundige

inschakelt: praat met ons, niet over ons. In

de praktijk moeten professionals hiervoor

vaak een drempel over. Ze zien mij nog

steeds als cliënt, als een kwetsbaar

vogeltje. “Vraag me juist alles”, zeg ik dan.

“Ik sta naast je en ben hier om mijn verhaal

te delen. Ik heb ervaringen opgedaan

waarvan ik heb geleerd.”

REFLECTIE JONGERENREDACTIE

Ongelooflijk moedig hoe Nienke haar omme-

zwaai heeft gemaakt. Hoe zij bij zichzelf is gaan

voelen wat zij wilde, terug naar school ging en

zichzelf wilde hacken. Wij zouden het niet ge-

durfd hebben, petje af.

Nienke geeft in haar verhaal een typisch voor-

beeld van de meerwaarde van een ervaringsdes-

kundige. Wij denken dat geneeskundestudenten

deze dag niet snel vergeten en hier hun hele

loopbaan iets aan hebben. Ook tijdens deze

dag heeft Nienke van haar kwetsbaarheid haar

kracht gemaakt. Heel knap.

Wat doet de Nationale

Jeugdraad Hoofdzaken?

De jongeren van NJR

Hoofdzaken willen de gees-

telijke gezondheidszorg

verbeteren voor andere

jongeren. Om hen hierbij te

ondersteunen, helpt de NJR

de jongeren om te ontdek-

ken waar ze goed in zijn.

Ook trainen zij hen om hun

verhaal te delen op een

manier die impact heeft.

Zo zetten zij de kracht van

kwetsbaarheid in op een

manier die ongekend is.

Meer lezen?

- Nienke

OVER HAAR WERK VOOR DE NJR:

‘ZO KAN UIT IETS ZWAARS TOCH IETS MOOIS VOORTKOMEN’

Denk jij aan zelfdoding of maak je je zorgen om

iemand? Praten over zelfdoding helpt en kan

anoniem via de chat op de site 113 of telefonisch

via 113 of 0800 - 0113.

12

13

OP WELKE MANIER KAN ERVARINGSDESKUNDIGHEID STRUCTUREEL VAN TOEGEVOEGDE

WAARDE ZIJN IN DE SPECIALISTISCHE JEUGDHULPVERLENING? HIER RICHT HET

PROMOTIEONDERZOEK VAN CAROLIJN DE BEER ZICH OP. OOK ZIJZELF HEEFT VOOR

ALLE ONDERDELEN VAN HAAR ONDERZOEK DE HULP INGEROEPEN VAN JONGE

ERVARINGSDESKUNDIGEN. EEN VAN HEN IS KAYLEE. EEN DUBBELINTERVIEW OVER ONDER

ANDERE DE (ON)MOGELIJKHEID TOT GELIJKWAARDIGE SAMENWERKING.

ONDERZOEKER CAROLIJN WERKT SAMEN-

met ervaringsdeskundige Kaylee

Carolijn

de Beer

Kaylee

van Tilburg

• ZIJ/HAAR • 28 jaar

• Promovenda bij LUMC/Curium

Centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie

• ZIJ/HAAR • 22 jaar

• 1e jaars studente Psychologie

• Actieve ervaringsdeskundige

Carolijn: “In 2020 is Curium gestart met de inzet van

ervaringsdeskundigen. Sindsdien doen we onder

andere actiegericht onderzoek om werkzame en

belemmerende elementen op te halen en hiervan te

leren. Ik werk veel samen met ervaringsdeskundigen

Martin en Kaylee. Martin is aanwezig bij al mijn

interviews en ik merk dat zijn puurheid voor grotere

openheid zorgt bij zowel de jongere als mijzelf.

Prachtig vind ik dat. Kaylee ontmoette ik op de High &

Intensive Care-afdeling (HIC), waar zij wordt ingezet bij

individuele behandelingen die zijn vastgelopen.”

Kaylee: “Behandelaren gaven mij terug dat mijn

ontmoetingen met jongeren effectief waren:

‘Na afloop kijken jongeren anders naar de dingen

dan ervoor. Jij biedt hun (h)erkenning, hoop en

perspectief’, hoorde ik. Deze ervaringen maakten

dat ik graag wilde meedenken over de vraag hoe je

ervaringsdeskundigheid kunt inpassen. Inmiddels ben

ik lid van de projectgroep Ervaringsdeskundigheid

binnen Curium en heb ik veel contact met Carolijn.”

Carolijn: “Wat Kaylee mij vertelt, neem ik mee in

mijn kwalitatieve onderzoek, zodat ik het verhaal

achter de cijfers kan weergeven. Jongeren en zorg-

professionals staan open voor haar input, zelfs

wanneer dit confronterend kan zijn. Zo vormt zij een

goede aanvulling op de professionele behandeling.

Daarnaast durft Kaylee kritisch mee te denken over

bepaalde interventies of onderzoeken: ‘Hoe gaat dit

mensen helpen?’, zegt ze dan. Hiermee geeft ze een

stem aan jongeren, die op dat moment niet goed voor

zichzelf kunnen opkomen. Deze stem neem ik weer mee

in het ontwerp van mijn onderzoek. Kaylee en Martin

hebben mij verder erg geholpen door mee te lezen

met de vraagstelling van de interviews: wordt hoe

komen de vragen over op jongeren? Stellen we de juiste

vragen? En welke antwoorden willen we ophalen in dit

onderzoek? Dat is echt een voorbeeld waarbij de blik

van een ervaringsdeskundige verfrissend is geweest.”

HOE VERLOOPT DE SAMENWERKING TUSSEN

ERVARINGSDESKUNDIGEN EN PROFESSIONALS?

Kaylee: “Vanaf het eerste moment dat ik bij Curium

werkte, heb ik me gerespecteerd en erkend gevoeld.

Wel keek ik erg op tegen sommige professionals, zoals

mijn vroegere psychiater. Toen zij teruggaven mij te

waarderen vanwege mijn competenties, viel dit steeds

meer weg. Voor sommige oud-behandelaren is het

even zoeken: eerst kende ik jou zus, en nu zo.” “Waar

ik tegenaan loop, is dat nog niet iedereen mij weet

te vinden. ‘Hoi, ik ben er ook nog’, denk ik soms. Aan

de andere kant geeft deze ruimte mij vrijheid en is dit

fijn. Wat mij ook bezighoudt, is de onzekerheid over

mijn positie. Binnen Curium zijn we hard bezig om de

randvoorwaarden voor ervaringsdeskundigheid vast

te leggen. Hierdoor is mijn plek binnen de organisatie

voor mijzelf en anderen nog niet altijd duidelijk.

Dit vind ik soms verwarrend. Wat me helpt, is dat

ik sinds september voor acht uur per week in dienst

ben. Tegelijkertijd realiseer ik me dat het gevoel van

‘onderaan staan’ meer iets over mij zegt dan over de

situatie. Hier heb ik in mijzelf nog werk te doen.”

Carolijn: “Over het algemeen zijn professionals

en ervaringsdeskundigen enthousiast over de

samenwerking, al bestaat er een zeker spanningsveld.

De professional is soms terughoudend naar de

ervaringsdeskundige toe, omdat hij bang is dat hij of zij

een terugval krijgt. De neiging kan bestaan om te gaan

zorgen voor, wat weer betuttelend kan overkomen. Iets

anders dat tot spanning kan leiden, is een mogelijke

‘redder-in-nood-houding’ van de ervaringsdeskundige

die het bewust of onbewust beter denkt te weten dan

de zorgprofessionals.”

KAN DE VERHOUDING VOLGENS JOU

GELIJKWAARDIG WORDEN, CAROLIJN?

“De wens bestaat om hiernaar toe te groeien. Ik

spreek liever over evenwaardigheid. Mijn baas staat

ook boven mij. Wij zijn wel evenwaardig, maar niet

gelijkwaardig, waarbij we respect hebben voor elkaars

visie en naar elkaar luisteren.”

TIPS VAN CAROLIJN:

1) Geef een ervaringsdeskundige de ruimte om zich

verder te ontwikkelen. Zo kun je iets teruggeven. Als

onderzoeker krijg ik ook allerlei trainingen aange-

boden. Aan een cursus gesprekstechnieken bijvoor-

beeld heb je ook later iets, wanneer je geen erva-

ringsdeskundige meer bent.

2) Zet de ervaringsdeskundige tijdens alle fasen van

een plan in: dus streep niet alleen een vinkje af als

je een ervaringsdeskundige uitnodigt op je congres,

maar betrek hen al bij het voorbereiden van het

congres, of onderzoek. Dit zorgt voor een creatieve

en vernieuwende manier van werken.

TIP VAN KAYLEE:

1) Benut het perspectief van de ervarings-

deskundige, juist ook als dit afwijkt van het jouwe.

Het kan nuttig zijn je eigen bias los te laten en te

kijken waar het je brengt. Je wordt als onderzoeker

of professional omringd door mensen die door de-

zelfde theoretische bril kijken. Juist wat afwijkt,

is interessant.

- Kaylee

- Carolijn

REFLECTIE JONGERENREDACTIE

Zo herkenbaar dat je je als ervaringsdeskundige minderwaardig kunt voelen. Dit horen we

ook vaak terug van andere jongeren. Wij hopen dat hulpverleners zich hiervan bewust zijn en

hierop inspelen. Aan de andere kant kun je in het verhaal juist mooi lezen hoe Kaylee hulp-

verleners en onderzoeker Carolijn ondersteunt. Dit springt eruit voor ons. En wij willen haar

tip graag onderstrepen: betrek jongeren van het begin af aan bij (beleids)plannen!

‘KAYLEE DURFT KRITISCH MEE TE DENKEN:

‘HOE GAAT DIT MENSEN HELPEN?’’

14

ERVARINGSDESKUNDIGE-

Carlijn Mol

• ZIJ/HAAR • 26 jaar

QUOTES COLLEGA’S CARLIJN

Onder het mom van: “Hoe mijn collega’s werken

met een ervaringsdeskundige ervaren? Ik app hen

even, want ik kan niet namens hen praten.”:

Collega 1: “De meerwaarde van ervarings-

deskundigen op de afdeling is de brug die

zij kunnen slaan richting patiënten. Zij lijken

makkelijker te kunnen praten, omdat er minder

angst lijkt voor onbegrip. Gedeelde ervaringen

kunnen een belangrijke basis vormen voor

een professionele werkrelatie. Hierbij kan de

ervaringsdeskundige de belevingswereld van de

patiënt vertalen naar het team. En zo kunnen

we de samenwerking met de patiënt (en diens)

systeem optimaliseren.”

Collega 2: “Patiënten voelen zich sneller veilig

of op hun gemak vanwege het laagdrempelige

contact en de andere ingang die zij hebben.”

Wanneer het interview op haar werk op de High

Intensive Care bij het UMCU komt, regent het plots

woorden: “Ik ben inderdaad heel enthousiast, al is

het natuurlijk een heftige afdeling. Jongeren op deze

afdeling hebben vaak complexe problematiek”. Sinds 1

januari 2022 is Carlijn Mol (26) als ervaringsdeskundige

in dienst op de afdeling waar zij negen jaar eerder zelf

opgenomen is geweest.

“Op de eerste dag vond ik het even gek. Had ik

gewoon de sleutel op zak van die deur waar ik altijd

doorheen wilde lopen en niet mocht. Toch wende het

snel. Vroegere behandelaren kwam ik niet tegen, wel

moest ik mijn eigen functie ontdekken. Ik ben de eerste

ervaringsdeskundige die meedraait in het team.

Eerder kwam er af en toe een ervaringsdeskundige

langs met wie je een afspraak kon inplannen, net als

in mijn tijd als patiënt. Geen dag is hetzelfde, vooraf

weet ik niet of er nieuwe jongeren zullen binnenkomen

of dat er anderen ontslagen zijn, en daar ‘ga ik goed

op’. Het mooie is: ik ben er gewoon, 24 uur per week.

Moeilijke momenten kun je niet plannen. Als ik zie dat

een jongere het moeilijk heeft, dan stap ik erop af. Het

meeste werk ik samen met de verpleegkundige en de

sociotherapeute. We sparren veel en brengen hierbij

onze eigen (theoretische) kennis en perspectieven in.

Doordat we onze kwaliteiten op een goede manier

kunnen samenvoegen, niet vervangen hè, kunnen we

elkaar aanvullen en versterken.”

WAT KAN DE JONGERE HELPEN?

“Ik ben altijd aan het ontdekken: wat kan de

jongere helpen? Want geen mens of jongere

is hetzelfde, dat maakt de psychiatrie ook zo

moeilijk. Soms gebruik ik humor, soms houd ik

de ander een spiegel voor. Waar nodig zal ik

grenzen stellen, daar ben ik niet bang voor. Ik

luister. Om perspectief te geven, deel ik soms

mijn verhaal, of dat van anderen. Verder gebruik

ik mijn eigen creativiteit, zoals dansen, zingen

en spelletjes om met de jongere in gesprek te

komen. Wat in onze maatschappij erg leeft, is

het idee dat je je goed moet voelen. ‘Hoe gaat

het met je?’, is snel gevraagd, maar is de ander

geïnteresseerd in het antwoord? Meestal niet.

Dit is iets dat veel jongeren zo ervaren en waar

we vaak over praten. En als iemand vertelt

dat het slecht gaat, zijn we geneigd om in een

oplossing te schieten. Maar waarom mag het

niet gewoon ff helemaal ruk gaan? Van mij mag

dat gevoel bestaan, landen. ‘#FFHelemaalRuk’,

heb ik dan ook op mijn arm getatoeëerd. ‘En

morgen is het rotgevoel er waarschijnlijk nog

steeds’, zeg ik geregeld tegen een jongere.

Omdat ik me in de situatie herken, kan ik er

makkelijk over in gesprek gaan. Ik kan de

jongere de hand reiken, naast hem staan en een

beetje coachen. Natuurlijk komt het moment

waarop je gaat kijken hoe je bepaald gedrag

kunt stoppen of hoe je iemand kunt helpen

om door bepaalde dingen heen te komen. De

bokswand die we bijvoorbeeld hebben, is ook

een mooie manier voor hen om spanning kwijt

te raken.”

SERIEUS GENOMEN

“De behoefte om de psychiatrie te willen

veranderen, heb ik niet. Van Frank Bonekamp

van Stichting Socialrun leerde ik: ‘Je kunt

tegen stigma zijn of voor inclusie’. Het heeft

meer effect als je vertelt wat je wél wilt. Van

negativiteit krijg ik bovendien geen energie. In

het team durf ik mijn mond open te doen en voel

ik me serieus genomen. We zijn echte collega’s,

ook al hebben we een andere achtergrond. Ik

heb geen opleiding Ervaringsdeskundigheid

gedaan, wel heb ik jarenlange ervaring als

kwartiermaker, als vertegenwoordiger van het

cliëntperspectief, als maatje en in het lesgeven.

Daarbij heb ik een heel aantal workshops

gevolgd. Het voelt in balans zo. Ik ben sowieso

tevreden met hoe mijn leven gaat. Naar geluk

streef ik niet, want dat ga je nooit bereiken.

Dan wil je altijd meer. Ik kijk ook niet ver vooruit,

voor mij werkt dit.”

‘WAAROM

MAG HET NIET

GEWOON FF

HELEMAAL

RUK GAAN?’

REFLECTIE JONGERENREDACTIE

Bijzonder om het werk op de HIC te bekijken door de

ogen van iemand die de HIC zelf heeft beleefd. Mooi

om te zien dat Carlijn hiervoor heeft gekozen, zij weet

immers écht wat de jongeren voelen en wat ze nodig

hebben. De hashtag #FFHelemaalRuk past zo goed

in het verhaal. Ook de schets van de maatschappij:

‘Hoe gaat het met je?’, zonder daadwerkelijke interes-

se is erg herkenbaar. Er wordt vaak niet geluisterd

naar het antwoord. Gaat het goed dan is het goed,

maar zo niet dan gaan we over op een ander on-

derwerp. Wij merken dit soms bij vrienden en op het

werk ook. Je kunt net zo goed geen antwoord geven.

Haar (overgenomen) motto: je kunt tegen stigma zijn

of voor inclusie, is trouwens ook zo sterk! Je schiet

veel meer op met inclusie, dit mag op meer plekken

ingezien worden.

- Carlijn

CARLIJN MOL IS DE EERSTE ERVARINGSDESKUNDIGE DIE MEEDRAAIT IN HET HIC-TEAM:‘

WE ZIJN ECHTE COLLEGA’S, AL HEBBEN WE EEN ANDERE ACHTERGROND’

16

17

NJI-BESTUURDER ONTMOET-

bestuurder in spé

Rutger

Hageraats

Jasper

Nouws

• HIJ/HEM • 61 jaar

• HIJ/HEM • 18 jaar

Op een zonnige herfstochtend gaan NJi-jongerenpanellid

Jasper Nouws (18) en directielid van het Nederlands

Jeugdinstituut Rutger Hageraats met elkaar in gesprek.

Jasper, die een tussenjaar heeft en “aangaat op

debatteren”, is inmiddels een bekend gezicht bij het

NJi. “Heb jij een vraag voor mij?”, begint Rutger. Jasper

valt meteen met de deur in huis: “In 2020 ging het 1e

NJi-jongerenpanel van start. Waarom heeft het zolang

geduurd voordat jullie de stem van jongeren meenamen?”

Rutger: “Wat een briljante vraag. Wij waren hiermee

best laat, relaties zoals ExpEx en de NJR spraken ons hier

ook op aan. De laatste tien jaar is er weer meer serieus

aandacht voor het idee dat je mét jongeren dient te praten

in plaats van over hen. Wat voor het NJi ook meespeelde,

is dat wij ons in eerste instantie richtten op professionals

en beleidsmakers. Rond 2018 veranderden we van koers

en begonnen we onze kennis ook beschikbaar te maken

voor ouders en jongeren. De vraag ontstond: hoe bereik

je hen? Hoe schrijf je deze kennis voor hen op? Mede door

deze vragen besloten wij om een eerste jongerenpanel te

vormen en hen te vragen om mee te denken. Zij vertelden

ons: ‘Die teksten zijn te lang; die te moeilijk; kan er meer

beeldmateriaal komen…?’ En zo begon het balletje te rollen.”

Het eerste NJi-jongerenpanel had als groepsopdracht

om het NJi te adviseren over de inzet van een

jongerenpanel. Op basis van dit advies is het huidige

jongerenpanel opgezet.

Jasper: “Ja, jullie gebruiken nog woorden als ‘klikken’ op de

website. Dat is voor jongeren zo jaren ’50. Laat maar, denk je

dan. Als je wilt dat wij ons thuis voelen op de website, kun je

beter woorden gebruiken die passen bij deze tijd, zoals

‘snitchen’ in plaats van klikken.” “Als ik het over jongeren

heb, dan bedoel ik trouwens een groep met wel honderden

subculturen. Want dé jongere bestaat niet.”

Rutger: “Daarom vinden wij het belangrijk om een brede

vertegenwoordiging te hebben in ons panel. Voor ons is het

leuk en goed om in onze organisatie andere gezichten te

zien. Feit is dat hier voornamelijk academici werken, van wie

80% vrouw is. Dit leidt tot een bepaalde manier van met

elkaar praten. Jullie doorbreken deze patronen door wie jullie

zijn en hoe jullie denken. Onze trainees, die hier werkervaring

opdoen, zorgen eveneens voor een frisse wind.”

Rutger: Voor jou heb ik ook een vraag, Jasper. Om ons heen

zien we dat kennisinstituten ervaringsdeskundigen in dienst

nemen. Hierover beraden wij ons nu. Wat zou jij adviseren? >

JONGERENPANELLID JASPER:

‘RUTGER, NEMEN JULLIE ONS STANDPUNT SERIEUS?’

DE OPDRACHT VAN EEN JONGERENPANEL BIJ HET NJI

Het 2e NJi jongerenpanel startte in mei ’22 en heeft twee hoofdtaken: een groepsopdracht en

een individuele opdracht. Tijdens hun maandelijkse bijeenkomsten werken ze samen toe naar een

concreet product, communicatiemiddel of activiteit over een onderwerp dat voor hen belangrijk

is. Daarnaast werkt iedere jongere aan een individuele opdracht naar keuze. Jasper bijvoorbeeld

gaat een stuk schrijven over een onderwerp dat in hoge mate zijn interesse heeft: Hoe kun je als

jongere omgaan met polarisatie? Voor hun individuele opdracht worden de jongeren gekoppeld

aan één van de projecten binnen het NJi. Ook krijgen zij begeleiding en inspirerende workshops

om hen verder te helpen en daarnaast fungeren zij als ‘interne vraagbaak’ voor specifieke vragen

van het NJi.

- Jasper

- Rutger

18

19

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30

Made with Publuu - flipbook maker